Groep 8A, de Bongerd: Werkstuk

Het werkstuk

Het stappenplan:

1. Kies een onderwerp.Het onderwerp in groep 8 is een onderwerp waar de andere leerlingen (en jijzelf) nog iets van kunnen leren.

· Kies een onderwerp dat je interesseert.

· Overleg jouw onderwerp met jouw juf of meester. (in ieder geval geen dieren en geen landen of steden binnen Europa)

2. Informatie verzamelen.

· Maak een woordweb.

· Zoek informatie op het internet en sla het op.

· Kijk ook in de bibliotheek of documentatiekast van je school.

· Ga of schrijf naar een museum, dierentuin, bedrijf, reisbureau, enz.

· Interview iemand die te maken heeft met jouw onderwerp.

· Je moet altijd zoeken naar verschillende boeken en internetpagina’s. Je mag niet al jouw informatie halen uit één boek of van één internetpagina.

· Controleer of de informatie die je gevonden hebt ook echt waar is. Lang niet alles wat je op internet kunt vinden is ook echt waar!

3. Plaatjes verzamelen.

Een goed plaatje voldoet aan twee voorwaarden:

1. Het past bij de tekst op die bladzijde.

2. De kwaliteit van het plaatje is goed. (= scherp, duidelijk en groot genoeg)

Voldoet het plaatje niet aan deze twee dingen, dan is het geen goed plaatje.

Let op!

· Begin op tijd met het verzamelen van illustraties.

· Op internet vind je makkelijk goede plaatjes. Maak plaatjes niet groter dan dat ze zijn, want dan gaat de kwaliteit achteruit.

· Kijk ook in tijdschriften, reisgidsen, boeken etc.

4. Voordat je gaat schrijven.

· Lees de gevonden informatie goed door. Maak een lijstje met hoofdstukken die je wilt maken en zet ze in een logische volgorde.

· Zorg ervoor dat je minimaal 6 hoofdstukken hebt en maak daarbij een inhoudsopgave en een inleiding (In een inleiding vertel je wat jouw onderwerp is, waarom je jouw onderwerp hebt gekozen, hoe je het vond om dit werkstuk te maken en wat je geleerd hebt.) Jouw inleiding schrijf je pas als je klaar bent met het schrijven van jouw hoofdstukken.

· Zorg dat je weet uit welke boeken jouw informatie komt. Deze boeken schrijf je op in de literatuurlijst/bronvermelding. Schrijf de titels en de schrijver op.

Schrijf alle informatiebronnen bij de literatuurlijst/bronvermelding. (internetpagina’s, folders,

interview, tv-uitzending)

Je moet altijd de hele internetlink vermelden.

Voorbeeld van een verkeerde link: www.google.nl (hier heb je niet je informatie vandaan gehaald)

Voorbeeld van een goede link: http://ellahir.web-log.nl/ellahir/2006/05/red_de_boomocto.html

5. Je werkstuk schrijven.

We zullen er goed op letten of je het werkstuk in eigen woorden schrijft. Letterlijk overschrijven (of kopiëren van internet) is dus niet de bedoeling en mag echt niet.

Een paar tips:
- Lees informatie van internet of uit een boek. Maak een mindmap of woordweb over deze informatie. Doe dan het boek dicht of klik de internetpagina web. Kijk dan naar jouw woordweb of mindmap en schrijf met die informatie jouw eigen hoofdstuk.

· Kopiëren en plakken van internet en dan wat woorden veranderen mag ECHT NIET!! Het moet echt jouw werk worden. Merk ik dat je toch gekopieerd of overgeschreven hebt, dan moet je een nieuw werkstuk maken!

· Schrijf ieder hoofdstuk eerst in het klad. (Typen mag natuurlijk ook.)

· Na het schrijven controleer je de spelling, leesteken en hoofdletters. (En laat het je vader of moeder ook nog een keer controleren.)

· Zorg dat jouw zinnen kloppen.

· Zoek goede plaatjes die bij het hoofdstuk passen.

· Een nieuw hoofdstuk begint op een nieuwe pagina.

· Zorg dat jouw hoofdstukken in een logische volgorde komen te staan.

· Het lettertype dat je kiest moet goed leesbaar zijn en mag niet groter zijn dan 12 pnt.

· Een hoofdstuk is minstens een halve bladzijde lang.

· Typ de zinnen achter elkaar door. Begin dus niet iedere nieuwe zin op een nieuwe regel.

· Laat jouw werk door iemand nalezen om te kijken of de volgorde klopt, de hoofdstukken duidelijk zijn, jouw zinnen kloppen en er geen typ- en spelfouten meer instaan.

6. Tot slot.

· 30 januari moet je het werkstuk klaar hebben. (Eerder inleveren mag natuurlijk ook!

· Je mag altijd om raad vragen. Dat mag in de klas, maar ook via de mail. Wil je nog tips, dan mag je jouw werkstuk tot 22 januari mailen. Je mag zo vaak mailen als je wilt.

mail adres van jouw juf of meester:

f.roelofs@konot.nl

_____________________________________________________________

· Zorg ervoor dat je er op tijd mee begint. Dat voorkomt problemen!!!!

· Sla je werk regelmatig op!!! Sla het niet alleen op, op je computer, maar ook nog eens op bijvoorbeeld een USB-stick. Het zou heel vervelend zijn als je je werk kwijt raakt, wanneer er iets mis gaat met de computer thuis.

· Je levert je werkstuk 2x in: 1x digitaal (via de mail) en 1x uitgeprint in een mapje.

Afsprakenlijst

Kort samengevat… welke onderdelen moeten in je werkstuk terug komen?

· Kaft met daarop: titel, plaatje, naam, klas, school, datum (1^e blz)

· Inhoudsopgave: logische volgorde, bladzijde nummers, plaatjes en mooie indeling (2^e blz)

· Inleiding: Waarom dit onderwerp, wat vond je leuk, moeilijk, wat heb je geleerd, …. (3^e blz)

· Minstens 6 hoofdstukken (die ieder op een nieuwe bladzijde beginnen)

· literatuurlijst/bronvermelding met hele links van het internet en titels+schrijvers van boeken (laatste blz)

· werkstukken zonder literatuurlijst/bronvermelding of onvolledige literatuurlijst/bronvermelding worden niet nagekeken

Succes, maak er een werkstuk van waar je zelf trots op bent!!

onderstaand formulier gebruik ik voor het nakijken van jouw werkstuk:

Beoordeling werkstuk Naam:________________

Titel:_________________________________

Voorkant:

*titel *plaatje *naam *klas *school *datum